Djalu Gurruwiwi

OORSPRONG VAN DE DIDGERIDOO

De naam didgeridoo is een 'blanke' naam voor het instrument. Dus de naam die de westerlingen aan het instrument gaven toen zij in Australië kwamen. De eerste vermelding dateert uit 1919 waarin het tijdschrift Smith's Weekly wordt gerefereert aan een geluid "as an infernal didjerry which produced but one sound - (phonic) didjerry, didjerry, didjerry and so on ...".

In Australië heeft het instrument een grote verscheidenheid aan namen, zoals Yiraka, Yirtakki, Yirdaki (hoewel volgens de echte kenners deze namen alleen gebruikt mogen worden voor de instrumenten die op een bepaalde manier ontworpen zijn en gemaakt zijn in Arnhem Land). Ook zijn er nog namen zoals Wuyimba, Artawirr, Garnbak, Djibolu, Kurmur, Ngaribi, Martba, Ilpirra, Magoo, Bambu en ga zo maar door.

Het woord Bambu doet vermoeden dat bamboe ook daadwerkelijk gebruikt is geweest in het verleden om op te spelen. Dit zou je mede kunnen afleiden uit het feit dat er rotstekeningen zijn van duizenden jaren oud waarop Aboriginals zijn afgebeeld die op bamboe lijkende buizen aan hun mond hebben. Maar ook traditioneel beschilderde instrumenten van Djalu Gurruwiwi laten vaak ringen zien die bamboe van nature heeft. Maar zoals met veel dingen die je niet meer kan navragen, blijven dit vraagtekens en tevens leuke punten van discussie. Feit is dat je momenteel didgeridoos kan tegen komen van ieder soort materiaal: glas, karton, plastic, papier maché, aluminium, etc. 

De houten didgeridoos uit Australië worden doorgaans gemaakt van eucalyptushout waarvan er circa 600 soorten bekend zijn, zoals stringy bark, iron bark, wooly butt, river red gum, bloodwood, iron wood, mallee, box gum en yello box wood om er zo maar wat op te noemen. Het woord 'gemaakt' heeft hier een aparte betekenis omdat feitelijk de natuur de didgeridoos maakt.

Om de discussie maar gelijk aan te zwengelen, de didgeridoo is het oudste muziekinstrument ter wereld! Ja, het enige probleem is dat er nog geen spelers waren toen de instrumenten gemaakt werden.

Een didgeridoo wordt gemaakt door termieten (Mastotermes darwiniensis) ook wel 'white ants' genoemd. Deze diertjes houden niet van zonlicht en warmte maar eten wel graag hout. In plaats van nachtdiensten te draaien, hebben zij een andere oplossing verzonnen. Ze bijten een gaatje in het hout en gaan via dat gat de boom en en vreten de boom op deze wijze van binnenuit leeg. De boom of tak hoeft hiervan niet dood te gaan. De sapstroom zal zich naar de buitenzijde van de boom verplaatsen en instinctiefmatig zal de termiet niet het hout zover wegknagen dat de hitte alsnog de boom binnendringt. Dat houdt in dat er (omdat termieten al lang rondliepen voordat er mensen waren) er al duizenden didgeridoos klaar stonden om geoogst te worden, maar er nog geen mensen bestonden.

Het hout van de eucalyptusboom is overigens keihard, maar de termieten hebben special speekselklieren die een soort van weekmaker aanmaken tijdens het kauwen waardoor het hout voor hen verwerkbaar wordt. Door de hardheid van het hout heeft een eucalyptus didgeridoo dan ook een zeer specifieke klank die niet met andere houtsoorten te vergelijken is.

Herkomst

Maar wie heeft dan de didgeridoo uitgevonden?

Daar zijn meerdere verhalen over. Maar wij houden ons graag aan het volgende verhaal.

Aboriginals zijn mensen die proberen in samenhang met de natuur te leven en daar zo min mogelijk schade aan toe te brengen. Wij, als westerlingen, zullen nog wel eens een bloem afplukken alleen om er aan te ruiken en hem vervolgens gedachteloos weg te gooien. Een Aboriginal doet zoiets nooit. Als hij / zij een bloem plukt, dan wordt daar een medicijn van gemaakt, of een kleurstof of hij wordt gewoon opgegeten.

Het verhaal gaat dat er een drietal Aboriginals op jacht waren en 's avonds rond het kampvuur zaten. Nadat zij volgegeten waren en elkaar wat verhalen hadden verteld, begon het vuur zwakker te branden en moest er nieuw hout op het vuur worden gegooid. Eén van de mannen sprokkelde wat hout bij elkaar en liep naar het vuur. Op het moment dat hij het hout op het vuur wilde gooien, zag hij dat het hout hol was en dat er allemaal termieten in liepen. Nu had hij al genoeg gegeten en geen trek meer in termieten. Maar je gaat ook geen termieten zomaar verbranden, want dat is een verspilling van de natuur. Hij bedacht toen dat hij het beste de termieten er uit kon blazen. Hij zette de holle tak aan zijn mond en blies de termieten eruit. Toen klonk voor het eerst op de wereld het geluid van de didgeridoo.

Volgens de legende zijn de uitgeblazen termieten vervolgens de sterren aan de hemel geworden en kunnen de Aboriginals sindsdien op de didgerdoo spelen.

Dit is slechts één van de legendes over de herkomst van de didgeridoo.  

Didgeridoo mythe - Vrouwen en buitenstaanders mogen geen didgeridoo spelen

Er bestaan flink wat misverstanden over de rol van de didgeridoo in de traditionele Aboriginal cultuur, en in het bijzonder de populaire opvatting dat het voor vrouwen en buitenstaanders taboe is om didgeridoo te bespelen of zelfs aan te raken. 

Hoewel het waar is dat vrouwen in de traditionele clans van Noord Australië, zoals de Wangga en Bunggurl, niet in openbare ceremonies spelen, is er in deze gebieden weinig tot geen beperkingen voor vrouwen die spelen in een informele hoedanigheid. Het gebied waar de strengste beperkingen gelden voor vrouwen die de didgeridoo spelen en aanraken, ligt in het zuidoosten van Australië, waar de didgeridoo in feite pas onlangs is geïntroduceerd. Het lijkt alsof men zich daar krampachtig vasthouden wil aan een traditie en cultuur die de eigen etniciteit moet waarborgen, terwijl de opvatting van de noordelijke Aboriginals er één is van global awareness, waarbij zoveel als mogelijk en op elke manier, dus ook internationaal via de didgeridoo, bekendheid gegeven mag worden aan hun cultuur. Door alle genders van alle achtergronden.

Wukuṉ Wanambi

Burrŋupurrŋu Wunuŋmurra

Djalu Gurruwiri

Geschiedenis van de Aboriginals

De naam 'aboriginals' komt uit het Latijn: ab origine, en betekent 'oorspronkelijk'. De Aboriginals en de Torres Strait Islanders zijn de oudste bewoners van Australië. Zo'n 50.000 jaar, en misschien nog langer, geleden kwamen de eerste Aboriginals vanuit Zuidoost Azië naar Australiê.

In die tijd arriveerden ze via een landbrug die was ontstaan doordat de zeespiegel tijdens de IJstijd daalde. Ze verdeelden zich over het hele continent en vormden zo'n 800 stammen. Allen met verschillende talen, religies, culturen, wetten en gebruiken. Sommige stammen leefden in de woestijn en anderen weer in tropische regenwouden, maar ze leefden vooral in de belangrijkste riviergebieden, kustvlakten en bergen.

Men schat dat er in 1788, ten tijde van de komst van de Europeanen, tussen de 300.000 en 750.000 Aboriginals leefden, verdeeld over bijna 500 stammen.

Elke stam bewoonde een gebied, waarvan de grootte afhing van de vruchtbaarheid van het land. In het droge binnenland trokken sommige stammen door een gebied van vele honderden vierkante kilometers, terwijl stammen in de kuststreken min of meer vaste nederzettingen hadden. 

Duidelijke grenzen tussen grondgebieden van de stammen bestonden niet echt, omdat het begrip 'bezit' onbekend was en zij het land niet als hun eigendom beschouwden. Door de aanwezigheid van zo'n 300 talen en verschillende tradities is er wel een scheiding tussen de stammen aan te duiden. De verschillen in talen en gewoonten waren en zijn vaak groot. Sommige Aboriginal talen verschillen net zoveel als het Nederlands met het Turks. Aangrenzende stammen hadden soms wel soortgelijke gebruiken, verhalen en totems.

Verwante groepen hielden ook geregeld gezamenlijke rituelen op heilige plaatsen. De stammen aan de noordkust, zoals de Tiwi's hadden contact met buitenstaanders, met name uit Indonesië. Hun cultuur verschilde nogal van die van de meer geïsoleerde Pitjantjatjaria's in de centrale woestijn of de Koories uit het zuidoosten. Sommige aspecten van de cultuur waren overal hetzelfde; deze eeuwenoude tradities worden nog steeds doorgegeven. Tegenwoordig hebben Aboriginals onderling meer contact om samen op te komen voor hun volk.

Ceremonies

Hoewel er maar weinig Aboriginals een nomadenbestaan leiden, blijven de eeuwenoude ceremonies, scheppingsverhalen en kunst een belangrijke rol spelen in hun cultuur. Hierin speelde het recht op land geen rol want de aarde was van iedereen. Tegenwoordig is het een heel andere kwestie. Het recht op eigen land en vasthouden aan cultuur is voor Aboriginals de enige manier om tradities voort te zetten en voor het land te zorgen dat hen bij hun geboorte is toevertrouwd.

Wetten

Er geldt in streken waar veel Aboriginals wonen, zowel witte als zwarte wetgeving. Hierdoor kunnen Aboriginals in hun eigen wetten worden berecht. Vaak zijn deze wetten in westerse ogen zwaar en heftig, maar zo hebben Aboriginals wel de mogelijkheid naar de wetten van hun eigen geloof te leven.

Begin jaren negentig vond er een grote doorbaak plaats in het gevecht om land voor Aboriginals. Toen de Britten zich Australië eind 18e eeuw toe-eigenden, meenden zij dat dit voor hen nieuw land was, Terra Nullius. En zo vond men dat het land gekonoliseerd kon worden. Het was zelfs in de wet vastgelegd dat Australië ongebruikt was en daarom niemand toebehoorde.

In 1992 verklaarde het Australische Hooggerechtshof dat dit niet het geval was. De Mabo-verordering erkende dat Aboriginals het recht zouden moeten hebben het land te bezitten waarvan zij kunnen aantonen daar al langere tijd mee verbonden te zijn. Via de Native Title Act kunnen Aboriginals land terug eisen. Hierbij is het zoeken naar compromissen, vooral met Australische boeren, lang niet altijd gemakkelijk.

Heropvoeding

Door de jaren heen hebben de nieuwe bewoners van Austalië veel pogingen ondernomen om vrijheden van Aboriginals af te nemen en hen her op te voeden naar westerse maatstaven. Zo werden er in 1918 wetten uitgevaardigd die de vrijheden van Aboriginals beperkten, de zogenaamde Aboriginals Acts. De regering bepaalde of ze land mochten bezitten en wat voor werk ze mochten doen. Er werd zelfs bepaald dat gemengde ouderparen niet voor hun eigen kinderen mochten zorgen. Deze kinderen behoren tot de zogenaamde Stolen Generation. Deze kinderen werden in speciale kindertehuizen of bij pleegouders ondergebracht. Daar werden ze opgevoed  voor ongeschoold werk in de Australische samenleving. De regering dacht dat als de kinderen niet bij hun eigen familie opgevoed werden, zij zich gemakkelijker aan de blanke maatschappij zouden aanpassen. De film 'Rabbit Proof Fence' laat op indrukwekkende wijze zien hoe het drie 'gestolen' meisje in die tijd is vergaan.

Huidige situatie

Momenteel leven er nog geen 200.000 oorspronkelijke Aboriginals in Australië. Hoewel hun positie sterk verbeterd is ten opzicht van de tijd toen de eerste blanke kolonisten arriveerden, is er nog steeds sprake van een grote mate van ongelijkheid tussen Aboriginals en de andere bevolkingsgroepen.

De werkeloosheid onder Aboriginals blijft veel groter en in de gevangenissen is de helft van de gedetineerden van Aboriginal afkomst. Ook de gezondheid is over het algemeen slechter en de levensverwachting lager. Een groot probleem vormt alcohol waardoor veel Aboriginals in een uitzichtloze situatie terecht zijn gekomen. Ook het niet volgen van onderwijs door Aboriginal kinderen is een probleem, waardoor analfabetisme veel voorkomt.

Gelukkig groeit het besef van de Aboriginal cultuur en tradities waardoor er langzaam een betere verhouding tussen de oorspronkelijke en nieuwe Australiërs ontstaat. Het speciaal opgerichte ministerie Immigration and Multicultural and Indigenous Affairs probeert o.a. het onderwijs voor de kinderen van Aboriginals te verbeteren en de traditionele inheemse cultuur meer onder de aandacht te brengen. In sommige gebieden wordt er zelfs onderwijs in inheemse talen gegeven.

Op 13 februari 2008 heeft premier Kevin Rudd namens het parlement zijn verontschuldigingen aangeboden aan de vernederingen en verloederingen die de Aboriginals hebben ondergaan.